Montessorionderwijs is gebaseerd op de observaties van Maria Montessori. Haar visie was dat kinderen al in de eerste levensjaren een innerlijke drang hebben om te leren en ontdekken. Het idee van Montessori komt samen in de zin ‘help mij het zelf te doen’. Het is belangrijk dat het kind hierbij de juiste begeleiding en materialen krijgt. Hierdoor kunnen kinderen zich in alle vrijheid ontwikkelen. Hoe werkt dit onderwijsconcept precies en is het geschikt voor elk kind? Wij leggen het u uit.
Montessori gaat uit van spontane belangstelling die per kind verschillend is. Bovendien kunnen interesses in de loop van de tijd veranderen. Daarom krijgen kinderen de vrijheid om zelf het lesmateriaal te kiezen. Zij mogen dit doen op hun eigen tempo en niveau. De kinderen werken doorgaans met een planner. Hierdoor wordt zelfstandigheid bevorderd, omdat kinderen zelf hun taken moeten bijhouden. De speciaal opgeleide leerkracht leert het kind structureren en zorgt ervoor dat de vrijheid wordt gestroomlijnd.
Elk kind is nieuwsgierig en van nature actief. Het montessorionderwijs onderscheidt verschillende ontwikkelingsfases waarin het kind openstaat voor bepaalde leergebieden. Zo’n fase wordt een ‘gevoelige periode’ genoemd. Het is de rol van de montessorileerkracht om hierop in te spelen door specifiek lesmateriaal en een bijpassende omgeving te bieden. Heeft een kind interesse in lezen? Dan geeft de leerkracht bijvoorbeeld lesjes met schuurpapieren letters (montessorimateriaal).
Voor het montessorionderwijs zijn speciale leer- en lesmaterialen ontwikkeld. Een bekende uitspraak is: “Het montessorimateriaal is de leraar van het kind en de leraar is het hulpmiddel.” Het materiaal is aangepast op de leeftijd en ontwikkelingsfase. Een aantal waardevolle kenmerken van het materiaal:
Daarnaast maken montessorileerkrachten ook zelf lesmateriaal en krijgen kinderen les in praktische zaken, zoals opruimen en koken.
Volgens de denkwijze van Maria Montessori moeten kinderen zich ontwikkelen in een omgeving waar ze eenvoudig kunnen bewegen en ontdekken. Daarom raadde ze tafels en stoelen aan die kinderen zelf kunnen verplaatsen en groeperen. Sommige taken mogen op speciale kleedjes worden gedaan. Daarnaast staan er in een montessorilokaal open en goed bereikbare kasten, zodat kinderen zelf materialen kunnen pakken en terugzetten. Het plein en de tuin van de school dienen ook als omgeving waar kinderen kunnen ontdekken. Oudere kinderen mogen soms buiten het schoolterrein op pad. Verder heeft een typische montessorischool een documentatiecentrum waar kinderen alles kunnen vinden over wat ze hebben ontdekt.
Het montessorionderwijs stelt dat het kind vanuit zichzelf gemotiveerd moet worden om zijn uiterste best te doen. Het kind is dus zelf de maat voor eigen presteren. Kinderen zullen vaak eigen werk corrigeren aan de hand van antwoordkaarten en de leermaterialen zijn zo ontwikkeld dat duidelijk is wanneer iets goed of fout is. Zo leert een kind van eigen fouten.
Er wordt dus niet gewerkt aan de hand van cijfers en cijferrapporten. De leerkracht registreert uiteraard wel wat de vorderingen van het kind zijn en ouders kunnen hierover met de leerkracht van gedachten wisselen.
Zolang de opvoedingsideeën van ouders gelijk lopen aan die van de montessorischool, is dit onderwijsconcept geschikt voor elk kind. Dankzij de grote hoeveelheid aan individuele begeleiding, biedt het montessorionderwijs mogelijkheden voor ieder kind. Energieke kinderen krijgen in gestroomlijnde mate de kans om zich te bewegen. Rustige kinderen leren om voor zichzelf op te komen in een groep. Daarnaast leren kinderen door de gestructureerde lesmaterialen en omgeving om te gaan met orde en regelmaat. Hierdoor voelen ze rust en kunnen ze werken aan hun zelfvertrouwen.
Om de beste ervaringen te bieden, gebruiken wij technologieën zoals cookies om informatie over je apparaat op te slaan en/of te raadplegen. Door in te stemmen met deze technologieën kunnen wij gegevens zoals surfgedrag of unieke ID's op deze site verwerken. Als je geen toestemming geeft of uw toestemming intrekt, kan dit een nadelige invloed hebben op bepaalde functies en mogelijkheden.